De Okavango Delta – Een vinkje erbij op de bucketlist!

De Okavango Delta – Een vinkje erbij op de bucketlist!

Deel II van het olifanten paradijs dat Botswana is!

Waar waren we ook al weer gebleven in de laatste blog… Oh ja, Savuti in Chobe NP, en Sisi’s zeer gestadig, leeglopende brandstoftank vanwege het diepe zand. Afhankelijk van hoe je het bekijkt, zou Lars zeggen dat haar billen te groot zijn voor de weg (zoals een echte Afrikaanse vrouw). Ik zou juist zeggen dat ze te klein is (zoals een Japanse vrouw, wat, zoals je weet, haar nationaliteit is. En dus geloofwaardiger). Haar billen, ook wel bekend als “de brandstoftank”, is het laagste deel van Sisi. En dus het deel dat over zand van deze wegen sleept. Het vertraagt ​​ons enorm, waardoor de motor meer kracht moet geven en er dus een hoger brandstofverbruik is. Maar in vergelijking met andere 4×4-auto’s is haar tank juist veel kleiner, slechts 70 liter, wat het bij elkaar geteld enorm het aantal kilometers beperkt!

Hoe dan ook, een onopgeloste discussie later, zijn we nog steeds in Savuti en weten we dat we nog niet eens halverwege zijn. Ook weten we niet precies wat de wegomstandigheden in de Okavango zullen zijn, dus we zijn een beetje nerveus. Zouden we nog eens 2,5 dagen in Okavango kunnen rijden met deze hoeveelheid brandstof? Of zouden we het niet eens naar Maun kunnen halen, de dichtsbijzijnde plek voor extra brandstof? We hadden simpelweg geen idee en besloten maar gewoon een beetje te gokken. YOLO!

De “kleine” neushoornvogel (ook wel bekend als Zazoo!) die op onze YOLO instelling neerkijkt!

We vertrokken en tegen de tijd dat we eindelijk de gate bereikten, wisten we het nog steeds niet zeker. Dus maakten we gebruik van onze “geweldige” rekenkunsten, waarna we een educated guessok konden maken dat we zeker niet terug in Maun konden komen als we meteen de Okavango ingingen. Makkelijke beslissing, we moesten terug naar Maun, en we moesten snel zijn omdat we het nog airtime voor de telefoon moesten kopen zodat we het boekingskantoor konden bellen om onze camping te annuleren. En geloof het of niet, twee minuten voor het boekingskantoor zou sluiten staan wij buiten een winkeltje met airtime in onze hand! We hadden het gehaald, of eigenlijk Lars had het gehaald, met waanzinnige rijvaardigheden en een enorme hoeveelheid grote kuilen die misschien de banden van iemand anders hadden geknald, maar niet die van Sisi’s. Dus, wij bellen… oke, het andere nummer… Nope.. niemand neemt op! Hebben we daarvoor zo ons best gedaan! Jammer, maar helaas. We verbleven die nacht in Maun en hadden expres een camping met WiFi gezocht zodat we onze pech konden omdraaien in iets positiefs. Namelijk het downloaden van een app met de naam Tracks4Africa. Dit is een navigatie-app die offline kan worden gebruikt met aaaalllllleeee wegen erop (nja, bijna alle), inclusief de kleine 4×4 tracks die je eigenlijk helemaal geen wegen kan noemen in bijvoorbeeld de National Parks. Vera en Eddie hadden deze app hun hele reis gebruikt en vertelden ons dat het de prijs zeker waard was… En even ter zijde, na de eerste dag waren we al hier al ruim van overtuigd. Het geeft ons echt een gevoel van vrijheid, omdat we nu altijd weten waar we zijn en hoe lang het duurt voordat we op onze bestemming aankomen.

De volgende ochtend reden we die 130 km die we naar Maun hadden gereden, weer terug, waarbij we via de zuidpoort van Moremi Game Reserve reden, zodat we wat wilde dieren konden zien. Maar we moesten vóór 16.30 uur in het dorp Khwai zijn, want dan zou het boekingskantoor sluiten. Dus wij kwamen daar rond 16.00 uur aan… En toen pas ontdekten we dat het zondag was… Wat is dit joh! Op de een of andere manier lijkt het altijd zondag te zijn als wij dingen moeten regelen!! Want ja, natuurlijk zijn ze op zondag gesloten. Dus wat moeten we nu doen? Nja, laten we dan maar gewoon naar de camping gaan. Godzijdank hebben we die app gedownload, anders hadden we hem misschien wel nooit gevonden! Plus nu konden we de scenic route nemen, langs de rivier. En mooi dat het hier was joh! Wij denken dat we Moremi GR inmoeten, maar we konden gewoon in dit gebied blijven. Het hele Khwai-gebied, hoewel niet officieel een Nationaal Park, waas evenzeer een natuurgebied als Moremi of Chobe. Sterker nog, het is de verbinding tussen de twee parken. Dus het was prachtig! We reden langs de rivier en om de 50 meter stond wel een olifant te drinken of te grazen. Tegen de tijd dat we eindelijk op onze camping plekje waren, waren we zo blij! En toen bleek ook nog eens dat we weer de beste plek hadden!! Overigens waren de afstanden tussen ons en de volgende tent minstens 200 meter, dus we stonden letterlijk in de wildernis. We zaten helemaal aan de rand, met aan de ene kant een vlakte en aan de andere kant de rivier. Wauw, het was de beste plaats waar we tot nu toe zijn verbleven (lijkt wel alsof we dat blijven zeggen). Omdat we wat tijd over hadden voor de zon onder ging, hebben we nog een kleine tour gedaan (mede mogelijk gemaakt door Tracks4Africa). Tijdens dit rondje ben ik bovenop de auto gaan zitten. Sssshh, niemand vertellen hoor, mocht echt niet, maar het was zoooo leuk! En vervolgens hebben we vanaf ons fantastische kampeerplekje, bovenop de auto, de zonsondergant bekeken. Het was aardig idyllisch, en dit werd eerder versterkt dan aangetast door het feit dat een muis een gaatje in mijn teen beet toen ik Lars knuffelde!!

Een prachtig uitzicht vanaf onze camping op de rivier en de zonsondergang. En vervolgens komt er een olifant voorbij om het nog mooier te maken!

Even over het kamperen. Wanneer we in een natuurgebied slapen, lijken onze oren zich in te stellen op de geluiden van de dieren. Normaal slaap ik de hele nacht door, nu hoor ik (denk ik) elk geluid. Die nacht hadden we er heel veel gehoord; nijlpaarden, olifanten, bavianen en zelfs leeuwen en een luipaard. Deze laatste twee hoorden we ‘s ochtends nog en beide niet te ver weg. Opgewonden als we waren, vertrokken we zonder ontbijt om deze dieren te vinden. Dat ontbijt komt later wel! Hoewel we onsuccesvol waren, was het een toch een mooie rit door een prachtig waterrijk gebied. ‘S Middags kwamen we eindelijk bij het boekingskantoor en kregen we te horen dat we de nacht die we gemist hadden, gratis en voor niets nog konden blijven! Superlief van ze! We hadden hier ook een boeking gemaakt om die middag met een mokoro mee te gaan. Dit is een kleine, traditionele boot die al honderden jaren door de lokale bevolking wordt gebruikt om te vissen. Stel je de boten in Venetië voor, maar dan een formaatje kleiner. En ze hebben zelfs een gondelier!

Omdat we wat tijd over hadden voordat de mokoro zou vertrekken, dachten we dat we de vertrekplek maar vast moesten gaan zoeken om daar ergens een bosje op te zoeken en te chillen. Dus, we kwamen vroeg aan en werden begroet door de manager van een kamp die ook, zogenaamd, een getrainde gids was… Wij hadden dus in ons hoofd om rustig lunch te maken en een beetje te ontspannen, maar deze gast kwam bij ons zitten… Dit was echt mega ongemakkelijk. En vervolgens werden we omringd door olifanten (zie vorig blog), dit was echt mega leuk! Maar ja, zo welopgevoed als wij zijn, hebben we dus maar met die vent gepraat. Hij praatte veel over zichzelf, en misschien dacht hij dat wij een paar naïeve, goedgelovige toeristen waren, want hij probeerde ons ervan te overtuigen dat olifanten maximaal 15 jaar oud worden. 15? We hebben twee keer gecontroleerd of we het goed hadden gehoord, misschien zei hij wel 50 … Nee, echt, 15 jaar, soms een beetje ouder… Wat natuurlijk klinkklare onzin is. Olifanten, en ook nijlpaarden, kunnen zo’n 50 jaar oud worden, en olifanten zelfs 60. Ik weet niet of hij zijn leugen besefte, of dat hij gewoon niet beter wist, maar het was duidelijk dat hij geen opgeleide gids was… En hij zou ons meenemen op de mokoro?!? Maar het lot bemoeide zich ermee, net toen we op het punt stonden te vertrekken, arriveerde er een gamevoertuig met veel mensen. Gelukkig voor ons, want het bevatte ook de officiële mokoro-gids. Ook al rook hij een beetje naar alcohol (en de rest van de groep gedroegen zich als krankzinnige dronkaards), hij gedroeg zich niet zo en hij toonde veel kennis en ademde (behalve de alcohol) een gevoel van rust uit. Dat is perfect als je een mokoro-ritje maakt, kan ik je verzekeren.

De rit zelf was prachtig. We dreven langzaam over het water, omringd door prachtige waterlelies, ondertussen genietend van de rust en de geluiden van de vogels. We zijn ook gestopt om onze benen te strekken. De gids liet ons een Hamerkop-nest zien (complete villa stijl!) en hij legde uit dat ze de klei van termietenheuvels gebruiken om hun huizen te plaveien. Dit is een zeer oude traditie die door vele, vele generaties vóór deze gids al werd gebruikt. De mensen uit het dorp Khwai maken deel uit van het San-volk (bekend als Bushmen) en woonden honderden jaren lang in het Moremi-wildreservaat, ver in de Okavango-delta. Ze zijn door de overheid verhuisd naar het Khwai-gebied, aan de rand van de Okavango, waar ze actief deelnemen aan het behoud van de omgeving. En wat een prachtig gebied is het, vol met wilde dieren (ik lijk dit niet vaak genoeg te kunnen zeggen:D).

Na onze ontspannende mokoro tour gingen we terug naar de camping. Het was een kort na zonsondergang, dus we begonnen met koken in het donker. We hadden al een hele tijd geen winkel gezien, dus dit was het moment om een ​​blik met zalm open te breken. Nu, denk je, wat heeft ons avondeten met het verhaal te maken?! Nou daar komtie… Lars had de extra vloeistoffen uit het zalmblikje ongeveer vijf meter van waar we zaten geleegd op de grond. Hij was net klaar met eten, ik was nog bezig, toen hij ineens iets achter hem hoorde. Denkend dat het weer die verrekte muis is draait hij zich om. Vervolgens wendt hij zich heel rustig tot mij en zegt: “Kellie, hyena!” WTF! De hyena bevond zich net binnen onze lichtcirkel op ongeveer vijf meter en we zagen hem rondsnuffelen, ons totaal negerend. Hij was zeker weten op zoek naar die zalm! En toen hij het niet kon vinden, liep hij gewoon weg in het donker… We haalden onze grote zaklamp tevoorschijn en probeerden hem te vinden, maar hij was verdwenen. Het had natuurlijk eng moeten zijn, omdat ik weet dat hyena’s gevaarlijk zijn. Maar op dat moment was het vooral spannend en eigenlijk helemaal niet eng, waarschijnlijk omdat de hyena absoluut geen belangstelling voor ons had! Ik denk dat Lars hetzelfde voelde, hoewel… nadat de hyena was vertrokken, bleef hij rondlopen met de zaklamp en heeft hij wel honderd keer elke struik beschenen. En dan mis ik nu nog een belangrijk onderdeel van dit verhaal… Zowel ik als Lars moesten naar de wc voor een ​​nummertje twee zoals ze dat wel eens zeggen. En dit was nadat we de hyena in ons kamp hadden gezien. Nu moet je weten dat de wc op zulk soort campings bestaat uit een gat graven in de grond, je ding doen en die kuil weer dicht gooien. Lekker primitief. Normaal gesproken zou ik dat een beetje uit de weg van het kamp doen, maar deze keer kon privacy me echt geen reet schelen, Lars moest in de buurt blijven! Alleen de combinatie van deze omstandigheden maakten het absoluut de moeilijkste shit die ik in mijn leven d’r uit heb geduwd.

Goooeeed… Laten we even terugkeren naar een wat schappelijker gespreksonderwerp. De volgende ochtend moesten we afscheid nemen van het gebied, maar niet na nog een ochtend rondje. We hadden geen haast met terug gaan naar Maun. En dit was onze laatste kans om die luipaard in een boom te vinden, weet je wel, die ene die al op onze bucketlist stond sinds we drie jaar geleden voet aan wal zetten in Afrika. En van te voren hoopten we die in dit gebied te vinden! De grootste kans om carnivoren te vinden is tijdens de vroege ochtenduren, en naarmate deze uren voorbij tikten, verdween ook onze hoop. Niettemin hadden we een prachtige ochtend rit, alleen dat kleine teleurgestelde gevoel die van binnen is moeilijk tegen te houden.  

Net toen we op het punt stonden om verder te gaan, zagen we het game-voertuig met de mensen met wie we de dag ervoor hadden gekletst. Uit beleefdheid zijn we even gestopt om gedag te zeggen. En ik ben zoooo blij dat we dat gedaan hebben, want geloof het of niet, ze hadden nog geen kwartier geleden een luipaard in een boom gezien! De game ranger wist zeker dat dit jonge vrouwtje er nog steeds wel zou zitten, en hij was zelfs zo lief om ons daarheen te brengen. Het was echt heel dicht bij de plek waar we het game-voertuig tegen kwamen, maar de rit naar de luipaard voelde als uren voor ons (vijf minuten tops). Toen we een bocht omgingen en een andere auto zagen staan, wisten we dat ze nog in de boom zou zitten! We keken omhoog… en daar was ze, een heel jong vrouwtje die van bovenaf eens goed aan het bekijken was water er allemaal onder haar afspeelde. Wat prachtig! We konden ons geluk niet op, wat een fantastisch vaarwel. Of nja, zo dachten we, want het luipaard bleek niet onze enige vaarwel!

Daar is ze! Wachtend totdat wij d’r eindelijk zouden vinden. Wat een prachtige dieren zijn het toch ook, zo elegant!

We hadden besloten om de lange, maar mooiere route terug te nemen, wat erop neer kwam dat we zoveel mogelijk langs de rivier bleven rijden. Toen we een heuveltje over reden, werden we overwelmd door een vallei vol met olifanten! We telden minstens 500 olifanten binnen ons zicht, en waarschijnlijk waren er nog veel meer in het omringende struikgewas. En aangezien dit duidelijk een weg was die vaak bereden werd, waren wij de enige daar. Het was ronduit fantastisch. We parkeerden de auto onder een boom, klommen op het dak en hebben gewoon lekker zitten genieten. Er waren mannetjes en vrouwtjes van alle leeftijden, sommige aan het grazen of drinken, sommige aan het baden, sommige aan het vechten en we zagen zelfs twee kleintjes met elkaar spelen. Er was zoveel te zien dat we gewoon niet wisten waar we moesten kijken. En vervolgens moesten we hier door heen om aan de andere kant van de vallei te komen! Gelukkig hadden we inmiddels geleerd hoe we olifanten konden lezen. Maar er was toch een moment waarop het wel een beetje spannend werd. Op het pad wat we moesten nemen, waren drie vrouwtjes olifanten met een jong… en ze leken totaal niet geneigd om voor ons aan de kant te gaan. We probeerden ze heel langzaam een beetje verder te duwen, maar toen besloten twee enorme stieren hun slurf in andermans zaken te stoppen. Ze kwamen trompetterend op ons af rennen met hun oren wijd open! Ook al wisten we dat het een nep aanval was, het is nog steeds erg eng, want deze dieren zijn echt enorm!! En aangezien we omringd waren, wilden we niet dat ze de rest ook met hun opwinding infecteerden. Dus in plaats van de weg te volgen, besloot ik dat het op dit moment wel oke was om toch maar van de weg af te wijken. Ik ben er vrij zeker van dat mensen het wel zullen begrijpen.

Botswana heeft ons hier nog een laatste keer laten zien dat zij het perfecte olifantenparadijs is. En deze hele ochtend was een ideaal einde van de meest fantastische en verbazingwekkende natuurbelevenissen in ons leven. Nu kunnen we doorgaan naar de volgende stop, een culturele stop deze keer; Tsodilo Hills (lees het hier).

This Post Has 5 Comments

  1. Nienke

    Kel dat poep verhaal.. Echt hilarisch

Leave a Reply