De Natuurlijke Contrasten van Botswana
Van uitgestrekte woestijnen tot prachtige rivierbanken en indrukwekkende baobabs
Kellie
We zijn aangekomen in Zambia! Dit kostte ons ongeveer 2,5 uur en (zoals verwacht) aardig wat gedoe aan de grens, maar hier wijd ik meer over uit in de volgende blog. Laat me eerst even vertellen wat we hebben gedaan nadat we bij Sander het Tuli Block verlieten. De ochtend van ons vertrek hebben we afscheid genomen van dit geweldige gebied door een wilde klopjacht, of eigenlijk niet zo wild, want we volgden de sporen van de vele wilde honden in het gebied en volgens mij waren die ons gewoon in rondjes aan het leiden! We hebben ze dus niet gevonden, maar het was een goede ochtendwandeling. Daarna vertrokken we naar Palapye. We hadden besloten om hier even grote inkopen te doen, waaronder een goede, verschijnende lantaarn, en om onze gastank te vullen. Maar we zijn niet voor niks in Afrika, dus het ging allemaal niet zo gemakkelijk als je zou denken. We werden van de ene naar de andere plek gestuurd, de hele stad door en niemand had de juiste apparatuur om de tank te vullen. Tot (en ondertussen zijn we op dat punt belandt waarop we zeiden ‘gelukkig voor ons’) we er toch een hebben gevonden! Uiteindelijk hebben we besloten om in Palapye te blijven, in plaats van naar de volgende stad te rijden wat we oorspronkelijk van plan waren. En achteraf was dit wel leuk, omdat we in Camp Itumela verbleven, een plek waar Anouk en ik het drie jaar eerder heel erg naar ons zin hebben gehad.

Ons kampeerplekje op de open vlakte, met voor meer dan 30 kilometer alleen maar natuur om ons heen!
Centraal Kalahari
De volgende dag gingen we op weg naar Centraal Kalahari, een nationaal park zo groot als Denemarken en één uitgestrekte woestijn! En dus ook een lange rit, maar we arriveerden voor zonsondergang bij het entree stadje (lees, inieminie dorpje). Die nacht waren we lekker in ons tentje gekropen op een camping in de buurt van de ingang (met ‘in de buurt’ bedoel ik op twee uur afstand rijden over een zogenaamde “main off-road”). Maar twee uur later werden we ruig wakker geschud, letterlijk, omdat er ineens een enorme storm was komen aanwaaien! Het voelde alsof we zo opgelifd zouden worden in een orkaan naar het land van Oz! Nou ik denk niet dat we de snelheid waarmee we die tent hebben ingepakt nog een keer gaan halen deze reis, waarbij de gietende regen misschien wel de voornaamste motivatie was! Maar natuurlijk, zodra we lekker in de auto aan het opwarmen waren… ja, je raadt het al, toen was de storm voorbij … Ach ja! Toen zijn we toch nog maar een paar uur naar ged gegaan, en de volgende ochtend zijn we vroeg wakker geworden voor onze trip naar Centraal Kalahari. Het resultaat van de storm was over de hele route zichtbaar; het was erg modderig en dus een perfect moment om onze 4×4 te proberen. In de Kalahari was dit nog een stapje erger. Hier kwamen we erachter dat als je de versnelling naar 4×4 zet, dat niet wil zeggen dat hij ook direct naar 4×4 gaat. Nee… Sisi neemt d’r tijd hoor! En dit hebben we op de moeilijke manier geleerd, namelijk nadat we vast kwamen te zitten in de modder! Maar door de auto gewoon in z’n achteruit te zetten en vervolgens volle bak gas weer vooruit te gaan, zijn we zo door de modder heen gereden. En dat zonder 4×4, want die ging pas aan nadat we er doorheen waren….!

Een uitgestrekte vlakte, vlak voor zonsondergang, de beste jaag omstandigheden voor een bat-eared (vleermuis-oren) vosje!
Helaas, hebben we dit gedeelte van de trip niet helemaal op het juiste moment gepland. We waren in de Kalahari tijdens het slechtste moment van het jaar, wat betekent dat de meeste dieren de woestijn hadden verlaten en naar gebieden met water waren gemigreerd. We zagen een Bat-eared vos in daglicht, wat authentiek is aangezien het een nachtzoogdier is. Maar de rest van ons verblijf draaide vooral om het leren kennen van de vaardigheden van de auto. En, zeker niet te vergeten, het feit dat we op een plek stonden in de wildernis op minstens 30 km afstand van welk ander persoon dan ook. Hier konden we genieten van de prachtige sterren en de geluiden van nachtdieren om ons heen.

Een olifant in Makgadikgadi National Park, met op de achtergrond een enorme kudde zebra’s aan het drinken.
Makgadikgadi National Park
Voor onze volgende stop hadden we natuurlijk de mooiste route gekozen, namelijk recht door het Makgadikgadi National Park. We reden naar de andere kant van het park op een zandpad van nogal zacht zand (ja ik had wel een beetje stress dat we eventueel vast kwamen te zitten, stress is een suk minder als je zelf achter het stuur zit!). Deze route liep recht langs de rivier, en het was prachtig! Op een gegeven moment stopten we en zagen we een leeuwin. En op de achtergrond waren olifanten en zebra’s richting de rivier aan het lopen voor een dorstlessertje. En we hoorden, meer dan dat we zagen, de nijlpaarden bij de zogenaamde hippo-pool.

Jaren en jaren geleden zouden we hier onder water hebben gestaan. Nu is het helemaal opgedroogd en is er alleen een enorme uitgestrekte en prachtige zoutvlakte achter gebleven.
Nxai Pans – aka de Elephant photoshoot!
Die avond verbleven we bij Planet Baobab, een goede plek voor overlanding. Het werd omringd door verschillende grote, indrukwekkende baobabs. De volgende ochtend gingen we op weg naar de Nxai Pans, een uur rijden van waar we verbleven. Zoals gebruikelijk werden hadden we om 5.30 uur de wekker gezet, zodat we daar op tijd konden zijn; voordat de zon te warm werd voor de dieren (en ons) om zich te bewegen. Het begon als een nogal teleurstellende dag, de wegen waren echt shit (wat wel valt te verwachten, maar dat maakt het niet minder kut), en ze werden omringd door struiken waardoor we niks konden zien. We kwamen aan bij de zout pan en dat was wel erg mooi, maar het leek verlaten. Zelfs bij de enige drinkplek in de wijde omgeving zag we maar een paar springbokkies … Was dit nou waarvoor we ons zo hadden gehaast die morgen?! Dus we besloten om nog wat verder rond te rijden, met in ons achterhoofd dat de brandstofmeter steeds verder richting leeg ging. Maar deze route zou volgens de kaart slechts 2 km zijn… Na het eerste bordje liet de wegwijzering het afweten en dus moesten we maar vertrouwen op de foto die we hadden gemaakt van de kaart bij de ingang… Maar blijkbaar was deze kaart niet erg accuraat, want een aantal splitsingen waren gewoon niet aangegeven! Uiteindelijk hebben we ongeveer 16 km gereden voordat we terugkwamen bij ons startpunt (wat overigens helemaal niet de bedoeling was). Tegen die tijd was het heel warm, hadden we de auto gekrast omdat we door een veels te nauw weggetje moesten, en waren we bezorgd dat de brandstof ons niet terug naar de camping zou krijgen. We waren er helemaal klaar voor om terug te gaan en het een dag te noemen. Maar voordat we dat deden, stopten we nog één keer bij de drinkplek. En wat een geluk dat we dat hebben gedaan! Eerst zagen we een kleine kudde zebras en gnoes naderen vanuit de verte, dus we wachtten. Toen zagen we twee olifanten in de zinderende hitte aan komen slenteren. En geloof het of niet, maar het werd daarna alleen maar beter en beter! Eerst werden de twee olifanten vergezeld door twee secretarisvogels, waarvan er 1 in het water viel. Deze vogels zijn van nature zeer elegant, maar deze plons en het gevecht met de modder wat hierop volgde was echt te grappig om te zien! Vervolgens kwam er vanuit de verte een hele kudde olifanten aan! Het laatste stukje deden ze rennend, zo blij en enthousiast waren ze om bij het water te komen. En eenmaal in het water spatten ze zichzelf en omstanders helemaal onder de modder! Veertien olifanten en een modderpool, het was de beste fotoshoot die ik ooit gezien heb. We bleven daar gedurende de hitte van de dag en gingen na een paar uur nog door naar de Baines Baobab.
Baines Baobab
Lars
De Baobabs zijn onze favoriete bomen in zuidelijk Afrika en er zijn veel legendes over het bijzondere uiterlijk van deze boom, voornamelijk over de dikke stam en de wortelachtige takken. Hier is één:
Lang, lang geleden, naast een klein meertje, ontsproot de allereerste baobab. Ze groeide gestadig, maar langzaam, zoals baobabs doen. Het duurde vele, vele jaren voordat ze volwassen was. Uiteindelijk was de baobab lang en groot genoeg om een aantal andere bomen eens goed te bekijken. Sommigen waren erg lang en slank, anderen hadden felgekleurde bloemen of mooie, grote bladeren. Op een dag was het windstil en kon de baobab haar eigen spiegelbeeld zien in het meer. Dit schokte haar tot in de puntjes van haar wortelharen: voor het eerst kon ze haar enorme dikke dikke romp zien, en haar schors die eruit zag als de rimpelige huid van een oude olifant. Bovendien had ze hele kleine bladeren en romige, witte bloemen. Zo duf en lelijk!
De baobab was natuurlijk boos en klaagde tegen de God van Evolutie. ‘Waarom heb je me zo groot en dik gemaakt? Waarom niet slank, met grote en sappige vruchten?’ Het geklaag van de baobab ging dag en nacht door, tot de Schepper er genoeg van had! Om de boom voor altijd de mond te snoeren, heeft God de baobab met wortel en al uit de grond gehaald en het ondersteboven herplant. Vanaf die dag kon de baobab niet meer haar eigen reflectie zien of zelfs maar klagen. En tot de dag van vandaag blijft het één van de meest iconische Afrikaanse bomen, met zijn wortels in de lucht.

Kellie op de foto met de Baines Baobabs. Wat een enorme en indrukwekkende bomen! Wij kunnen ons niet eens voorstellen hoe oud ze zijn.
De olifanten en de baobabs hadden onze dag gemaakt en we konden opgelucht weer terug naar Planet Baobab. De volgende morgen moesten we weer op pad, maar we hadden niet genoeg benzine om nog ver te komen. We hadden het de vorige dag maar net tot Planet Baobab gehaald. Dus we moesten een benzinestation vinden! Er was één dicht bij Planet Baobab, maar deze had geen brandstof meer. Hmm … Wat nu? Blijkbaar gebeurt dit vrij vaak, want de lokale bevolking koopt benzine op voor dergelijke situaties en verkoopt het met winst. Dus, ik naar de dichtstbijzijnde stad en hier genoeg benzine gekocht om ons in Nata te krijgen, de volgende grote stad met wel drie (!) tankstations. En daarvandaan zijn we helemaal naar Kazungula gereden, waar we Zambia zouden binnengaan. Lees meer over dit avontuur in ons volgende blog, klik hier …
Vond je het leuk om deze blog te lezen? Of heb je nog vragen of opmerkingen, ben dan vooral brutaal genoeg om een reactie te plaatsen in het onderstaande gedeelte!
Wat een prachtige foto’s!!!!
Pingback: Nederlands blog - Zambia, een welkom met een dubbel gevoel